Januari 2021 - Hof van Justitie van de Europese Unie ten aanzien van oneerlijk contractueel beding, 04 February 2021

Naar aanleiding van door de gerechtshoven Amsterdam en Den Haag gestelde prejudiciële vragen, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie op 27 januari 2021 een uitspraak gedaan over de vraag of het contractueel gefixeerde rentevoordeel, dat Dexia bij door haar tussentijds beëindigde effectenleaseovereenkomsten in rekening bracht, als een oneerlijk contractueel beding moet worden beschouwd.

Hof van Justitie van de Europese Unie d.d. 27 januari 2021

In deze zaak oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie over de vraag of het contractueel gefixeerde rentevoordeel, dat Dexia in rekening bracht bij door haar tussentijds beëindigde effectenleaseovereenkomsten, in strijd is met de Europese richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.   

Het Hof oordeelt –kort gezegd– dat bij de beoordeling van het mogelijk oneerlijk karakter van een contractueel beding uitgegaan moet worden van de datum waarop de onderliggende overeenkomst is gesloten. Tevens oordeelt het Hof dat de nationale rechter aan de hand van alle omstandigheden bij de totstandkoming, zal moeten beoordelen of het betreffende beding op zichzelf een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en de verplichtingen van partijen in zich kan dragen. Het maakt voor deze beoordeling niet uit of deze verstoring zich alleen onder bepaalde omstandigheden zou kunnen voordoen of dat het beding in andere omstandigheden zelfs ten goede zou kunnen komen aan de consument. Het Hof beperkt zich in haar uitspraak tot het verschaffen van aanwijzingen, waarmee de verwijzende nationale rechters rekening moeten houden bij hun beoordeling van het betrokken contractuele beding uit de effectenleaseovereenkomsten.

Verder heeft het Hof zich uitgelaten over de vraag of een verkoper, die een consument een beding heeft opgelegd dat door de nationale rechter als oneerlijk wordt betiteld en aldus wordt vernietigd, zich op basis van aanvullend nationaal recht alsnog kan beroepen op een wettelijk vastgestelde schadevergoeding. Het Hof heeft deze vraag ontkennend beantwoord.

Dexia zal klanten voor wie deze uitspraak relevant is benaderen, om een afspraak te maken, waarin Dexia hen rekening houdend met deze uitspraak een voorstel zal doen.

De uitspraak kunt u hier vinden.