Geen sprake van advisering door een tussenpersoon in het geval van Vero

Stellingen van de afnemer op gebied van advisering en doorgeven order door Vero zijn afgewezen.

Hoge Raad d.d. 30 oktober 2020

De Hoge Raad heeft in het arrest van 30 oktober 2020 zich over de klachten uitgelaten die zijn aangevoerd tegen het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 15 januari 2019 (zaaknummer: 200.226.684). De Hoge Raad is van oordeel dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest en verwerpt het beroep. Hiermee bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het Hof van Arnhem-Leeuwarden – dat Vero niet als een clientenremisier is aan te merken - in onderhavige zaak.

De uitspraak kunt u hier vinden.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 15 januari 2019

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in het arrest van 15 januari 2019 geoordeeld dat de afnemer geen beleggingsadvies heeft ontvangen. In deze zaak ging het om een afnemer die door een medewerker van Dexia telefonisch was benaderd om hun interesse in een effectenleaseproduct te peilen. Dit betrof een medewerker van Vero, een bedrijf dat namens Dexia met potentiële afnemers contact op nam. Volgens het Hof trad Vero namens Dexia op en had de afnemer dus niet te maken met een zogenaamde cliëntenremisier. Vero bracht dan ook geen advies uit, maar bracht simpelweg onder de naam van Dexia diens producten onder de aandacht. Vero heeft de afnemer dus ook niet bij Dexia aangebracht en heeft voor haar activiteiten ook geen vergunning nodig gehad. Om dezelfde reden is ook geen sprake van het doorgeven van een order door Vero aan Dexia. Ook oordeelt het Hof Arnhem-Leeuwarden dat geen sprake is van het overtreden van het verbod op cold-calling. Al met al worden alle stellingen van de afnemers alsnog afgewezen en wordt de uitspraak in eerste aanleg vernietigd. De door Dexia gevorderde verklaring van het recht wordt dus alsnog toegewezen.

De uitspraak kunt u hier vinden.